Een financieel gezonde gemeente willen wij bereiken door een solide financieel beleid. Daaronder verstaan wij het alert kunnen reageren op veranderingen in de samenleving en de financiële positie van de gemeente.

Via de halfjaarlijkse actualisering van ons financieel meerjarenperspectief en de risico-inventarisatie beoordelen wij of bijsturing van de begroting noodzakelijk is en / of het weerstandsvermogen op orde is. De mate van kostendekkendheid van de tarieven is onderdeel van de jaarlijks uit te brengen tarievennota.

De hoogte van de algemene dekkingsmiddelen is voor een belangrijk deel afhankelijk van de ontwikkeling van het gemeentefonds. Een hogere of lagere gemeentefondsuitkering heeft direct invloed op het financieel meerjarenperspectief. Indien een verlaging leidt tot een tekort op het meerjarenperspectief dan zullen maatregelen worden voorgesteld om het tekort zo spoedig mogelijk te herstellen. Indien sprake is van een voordeel op de algemene middelen dan zullen wij met voorstellen komen hoe dit voordeel in lijn met onze financiële uitgangspunten en ambities in te zetten.

Het financieel beleid aangaande lokale heffingen, financiering, verbonden partijen, weerstandsvermogen/ risico’s en grondbeleid is nader uitgewerkt in de verplichte paragrafen.

Criteria

We voeren een solide financieel beleid, zodanig dat:

  • Wij zorgen voor een structureel sluitende begroting en meerjarenraming.
  • Structurele uitgaven dekken we met structurele middelen.
  • Beleidsintensiveringen dienen in eerste instantie binnen de bestaande kaders gevonden te worden.
  • Het weerstandsvermogen om risico’s op te vangen houden we op peil.
  • De risico’s van deelnemingen in verbonden partijen beheersbaar zijn.
  • Financiële meevallers zetten wij in voor het versterken van de financiële positie van de gemeente en voor investeringen in de stad.
  • Investeringen worden integraal afgewogen bij de Perspectiefnota.
  • Tarieven zijn in principe kostendekkend.
  • De woonlastendruk (OZB, afval en riolering) te beperken tot maximaal het inflatiepercentage.
  • De uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) en het heffen en innen van belastingen effectief en efficiënt wordt uitgevoerd.
  • Het financieringsbeleid erop is gericht de rentekosten te beheersen en te verlagen en de daarmee samenhangende risico’s te beperken.

Toelichting

In 2017 is uitvoering gegeven aan een solide financieel beleid. Niet alleen aan de jaarschijf 2017, maar ook via de afwegingen die gemaakt zijn bij de perspectiefnota 2018-2021 en begroting 2018. De meerjarenraming zoals vastgesteld bij de begroting 2018 is structureel sluitend en het weerstandsvermogen is van voldoende niveau. Wel constateren we uit de jaarcijfers 2017 dat de stijgende zorgkosten op Wmo en jeugd druk op de algemene middelen leggen en het uitermate onzeker is of de zorgkosten op termijn binnen de beschikbaar gestelde rijksmiddelen zijn uit te voeren. In maart 2018 is een analyse opgestart naar de verklaring van de hogere zorgkosten en worden korte en langetermijn maatregelen in kaart gebracht om besluitvorming voor te bereiden over de mogelijkheden om de hogere zorguitgaven terug te dringen. Daarnaast is in 2017 een nieuw Regeerakkoord gesloten, omderdeel van het akkoord is een wijziging in de normeringsystematiek van het gemeentefonds.  Een belangrijke wijziging daarbij is dat het accres (groei van het gemeentefonds) vanaf 2018 verbreed wordt door ook uitgaven op de rijkskaders zorg en sociale zekerheid bij de berekening van het accres te betrekken, hierdoor ontstaat een betere aansluiting met de ontwikkelingen op de gemeentelijke uitgaven voor zorg en sociale zekerheid. De effecten van het Regeerakkoord worden in het eerstvolgende financiële meerjarenperspectief verwerkt.