Transformatieagenda sociaal domein
Uit de jaarcijfers van 2017 blijkt een fors tekort van € 6 miljoen op de zorguitgaven, bestaande uit € 3,5 miljoen op de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en € 2,5 miljoen op de jeugdbudgetten. Voor 2018 zien we dat deze tekorten doorwerken, zoals aan uw raad medio mei 2018 per informatienota is meegegeven. Daarnaast constateren we dat de getroffen transformatiemaatregelen effect sorteren maar niet in het verwachte tempo en dat er druk ontstaat op de exploitatie van de werkvoorziening. Deze financiële ontwikkeling is zorgelijk. Hierop worden maatregelen genomen om te zorgen dat er een goede balans is tussen kwaliteit, maatwerk, toegankelijkheid en kostenbeheersing. Hierover vindt afstemming met u als raad plaats. De resultaten van de Transformatiethema’s worden verder in de afzonderlijke programma’s 1 tot en met 4 nader toegelicht.
In de begroting 2017 hebben we geschreven dat we in het jaar 2017 verder zijn gegaan met het transformatie proces om de decentralisaties verder vorm te geven. Hierbij is de Transformatieagenda Sociaal Domein met de vijf thema’s leidend en dit geeft een duidelijk kader aan voor onze activiteiten. In het afgelopen jaar hebben wij deze thema’s verder uitgewerkt. Tegelijkertijd zien we ook dat het transformatieproces veel aandacht vraagt en niet altijd gemakkelijk gaat. We vragen van onze medewerkers en van onze partners een andere manier van werken. En tegelijkertijd staat het leven niet stil en is er veel dynamiek te bespeuren binnen het sociaal domein. Net als in de afgelopen jaren blijven we in nauw contact en in gesprek met onze maatschappelijke partners om gezamenlijk de stappen te zetten die we voorstaan. Daarbij is ook de rol van de Participatieraad van belang. In het afgelopen jaar is er bijvoorbeeld veelvuldig contact geweest met de klankbordgroepen van de Participatieraad. We zien dat de kennis en ervaring van de leden van de klankbordgroepen helpt en van toegevoegde waarde is voor het verder goed uitvoeren van onze taken. De betrokkenheid en inbreng van de participatieraad wordt dan ook zeer gewaardeerd. Tijdens de raadsbehandeling van de nota gezondheidsbeleid (InfoDebatRaad d.d. 06-11-2017) is een toezegging gedaan dat het college in het vervolg puntsgewijs zal aangeven wat het college met de punten uit een ter zake uitgebracht advies van de participatieraad doet of heeft gedaan. Dat houdt tevens in dat het college in principe niet eerder een reactie naar de raad stuurt, nadat de Participatieraad officieel advies heeft uitgebracht en dit advies is meegenomen in de collegestukken. Dit vergt gedurende het proces een goede afstemming met griffie over voortgang. Afwijking hiervan is na overleg met de Participatieraad denkbaar.
Sociaal wijkteam
Het sociaal wijkteam heeft een belangrijke rol in de transformatie van het sociaal domein. We merken dat de wijkteams door hun wijze van organiseren, laagdrempelig en toegankelijk, steeds meer gevonden worden door onze inwoners. Deze ontwikkeling past bij ons uitgangspunt om de hulp en ondersteuning dichtbij de mensen te organiseren. Wij zijn trots op het werk dat wordt verricht door de wijkteams. Daarbij zien we ook een steeds hechter wordende samenwerking met bijvoorbeeld huisartsen en onderwijsinstellingen. Hierbij streven we naar een logische en laagdrempelige plek voor het signaleren en ondersteunen van ondersteuningsvragen. Deze ontwikkeling hebben we in 2017 stevig ingezet en we krijgen positieve reacties vanuit onze betrokken partners en inwoners. Zo zijn er steeds meer huisartsenpraktijken die aansluiten en waarbij intensieve samenwerking plaatsvindt met de sociaal werkers van het wijkteam en de GGZ-psychologen. We blijven deze positieve lijn de komende jaren dan ook verder doorzetten en uitbouwen.
Contractering
Samen met onze maatschappelijke partners in de stad en regio zijn wij onder meer aan de slag gegaan om voorbereidingen te treffen voor een nieuwe contracteringsperiode voor onder meer WMO, Jeugd en Dagbesteding. Daarbij hebben we de ervaringen van de eerste jaren met de decentralisaties nadrukkelijk meegenomen. In de gesprekken die hebben plaatsgevonden betrekken we nadrukkelijk de zorgaanbieders, zowel de huidige als nieuwe geïnteresseerde partijen. In 2018 zullen de nieuwe aanbestedingen formeel worden afgerond. Uitgangspunt is en blijft om onze inwoners die ondersteuning nodig hebben op een passende en goede wijze te helpen.
Regionaal
Op het gebied van het sociaal domein vinden ook de nodige ontwikkelingen plaats op regionaal niveau. Binnen de WMO is met de omliggende gemeenten, na het stopzetten van de provinciale steun voor de regiotaxi, overeengekomen om gezamenlijk een aanbesteding te doen voor het WMO- en leerlingenvervoer. Dit met het oog om vanuit meer doelmatigheid een kwalitatief goede vervoersondersteuning te realiseren voor onze inwoners. In 2017 is feitelijk de aanbesteding uitgevoerd en in 2018 vindt de daadwerkelijke toekenning aan de ingeschreven partijen plaats.
Financiën 2017
Het tekort op WMO en Jeugd bedraagt gesaldeerd € 6 miljoen. Op de overige producten is een voordeel van € 0,8 miljoen behaald. Het totale nadeel van circa € 5,2 miljoen wordt via de reserve sociaal domein verrekend.Daarnaast bedraagt het netto tekort op bijstandsverlening € 3,4 miljoen. Het resultaat Beschermd wonen (regionaal) bedraagt € 5,5 miljoen positief. Dit overschot wordt in de regionale reserve Beschermd wonen gestort.
In de Berap 2017-1 is een tekort van € 2,5 miljoen verantwoord t.a.v. de WMO producten. Eind 2017 werd duidelijk dat een te verwachten tekort op Jeugdzorg onontkoombaar was.
De afwijking is ontstaan door de volgende voor- en nadelen:
Jeugd | € 2,5 mln. nadeel | |
onderdak daklozen | € 0,4 mln. voordeel | |
WMO/Diah | € 3,5 mln. nadeel | |
Inkomen/overig | € 0,4 mln. voordeel | |
Totaal nadeel | € 5,2 mln. via reserve Sociaal Domein | |
Beschermd wonen | € 5,5 mln. voordeel | |
Totaal voordeel | € 5,5 mln. via reserve BW regionaal. |
De belangrijkste oorzaken van deze verschillen hebben te maken met een groeiende vraag naar ondersteuning. In de informatienota van medio mei vindt u een uitgebreide analyse van de overschrijdingen in het sociaal domein.
In hoofdlijnen:
In 2017 is er een tekort op Jeugdhulp vanwege voornamelijk toename in de aantallen cliënten voor LVB jeugd. Er is achteraf meer LVB zorg gedeclareerd dan na kwartaal 3-2017 werd voorzien. Tussen medio november 2017 en medio februari 2018 is voor € 2,3 miljoen aan aanvullende declaraties ingediend over de eerste drie kwartalen van 2017. De uitputting is in lijn met de toewijzingen die regionaal sterk zijn gestegen gedurende 2018. LVB jeugd functioneert binnen de jeugdketen als meest toegankelijk alternatief en kent vanaf juli geen budgetplafonds meer. Hierdoor was specifiek maatwerk mogelijk en werd er meer zorg ingezet dan in het voorgaande jaar. Daarnaast kan een deel van het verschil over 2017 veroorzaakt zijn door een paar extra opnames gespecialiseerde jeugdhulp bij zware Autisme Spectrum Stoornis (ASS).
Vanuit de Diah (diensten in en aan huis) is er een toename van het aantal inwoners dat zich bij het SWT meldt met een ondersteuningsvraag. Dit resulteert in een toename van de toewijzingen van Individuele Begeleiding in 2017 en verder. Er liggen meerdere oorzaken aan deze volumestijging ten grondslag. O.a.:
Inwoners wonen langer zelfstandig thuis en de wettelijke definities voor de instroom naar de WLZ of beschermd wonen zijn beperkter (dan voorheen in de AWBZ). Dit maakt dat meer inwoners (langer) een beroep doen op begeleiding in de thuissituatie. Er is sprake van een toename van de instroom van inwoners tussen 18 en 27 jaar. Dit heeft te maken met enerezijds uitstroom uit de jeugdhulp, de afbouw ambulante GGZ, maar anderzijds ook met de strengere criteria voor de instroom naar de Wlz. Tevens is het met name voor ouderen onaantrekkelijk om vanuit de Wmo over te gaan naar de Wlz (zorgval). Door stapeling van verschillende vormen van ondersteuning vanuit de Wmo en vanuit de zorgverzekeringswet, ontvangt een inwoner meer ondersteuning tegen een lagere eigen bijdrage dan bij de WLZ het geval zou zijn geweest. De Diah (HH en IB) kent i.t.t. andere vormen van ondersteuning binnen het sociaal domein geen wachtlijsten. Individuele begeleiding is een onderdeel van de keten GGZ, Maatschappelijke opvang en beschermd wonen, waarbij IB het meest toegankelijke alternatief in deze keten is.
De confrontatie met het landelijke beeld levert het beeld op dat vrijwel alle gemeenten in 2017 geconfronteerd zijn met een (fors) financieel tekort op Jeugd. Op het vlak van de Wmo is sprake van een wisselend beeld: verscheidene gemeenten met een substantieel tekort, maar ook gemeenten met een (aanzienlijk) overschot.
Verhoudingsgewijs is ons tekort 2017 op Jeugd hulplager dan de gemeenten in onze benchmark. Het tekort Wmo daarentegen ligt hoger dan het gecalculeerde gemiddelde.
Het voordeel op Beschermd wonen bedraagt € 5,5 mln. Dit voordeel geeft overigens enigszins vertekend beeld vanwege een incidentele extra transformatiebijdrage van het rijk in de decentralisatie-uitkering beschermd wonen in 2017 van ca. € 0,7 mln., de beëindiging van een subsidierelatie met een grote aanbieder in 2017 én het feit dat in het boekjaar 2017 zowel de definitieve vaststellingen van subsidies 2016 zijn opgenomen als de voorlopige terugvorderingen van subsidies 2017. In die zin is ook 2017 nog een a-typisch jaar. Tegelijkertijd is er ook een structureel effect zichtbaar.De ontwikkelingen van de uitvoering van de veranderagenda en de beleidsmaatregelen worden inmiddels zichtbaar. De belangrijkste zijn: Het oplopend gebruik van pgb (alsmede de daarmee samenhangende kosten) is inmiddels gestagneerd in 2017. Na aanvankelijke stijging, zijn de wachtlijsten voor in natura voorzieningen in de tweede helft van 2017 teruggelopen, evenals de wachtlijst voor uitstroom (wachtend op zelfstandige woning). Het aantal cliënten dat qua ondersteuningsbehoefte kan uitstromen vanuit beschermd wonen, maar dit feitelijk (soms langer dan 6 maanden) niet kan vanwege de afwezigheid van een woning, loopt enigszins terug. De bekostiging van voorzieningen aan een aantal aanbieders met aantoonbaar tekort aan kwaliteit is gestopt.
De reserve Sociaal Domein bedroeg per 1 januari 2017 € 7,8 mln. In 2017 is er voor de implementatie SWT € 1 mln. beschikbaar gesteld. Na onttrekking van het tekort over 2017 bedraagt de reserve per 1 januari 2018 dus nog ca. € 1,6 mln. Bij de Perspectiefnota 2018-2021 is besloten de risicoreserve op te heffen en het saldo toe te voegen aan de algemene concernreserve. Dit houdt tevens in dat de algemene concernreserve vanaf 2018 als achtervang dient voor de risico’s in het sociaal domein.
De reserve Beschermd Wonen regionaal bedroeg per 1 januari 2017 € 1,2 mln. en na de bijstorting € 6,7 mln., (is inclusief reserve Maatschappelijke opvang, ad € 0.3 mln.)
Per 1-1-2018 wordt het aandeel t.b.v. de Veluwe (ca. € 2,1 mln.) overgedragen aan gemeente Harderwijk i.v.m. de overdracht van deze taken. De reserve stand zonder aandeel Veluwe bedraagt ca. € 4,5 mln. Het Zwolse aandeel bedraagt na overdracht Veluwe ruim 30%, dat is ca. € 1,4 mln. als Zwolse aandeel in de reserve BW.
Doorkijk opgave sociaal domein op basis van bestaande afspraken
Bij de perspectiefnota 2018-2021 (voorjaar 2017) is een geactualiseerde berekening van de opgave voor het sociaal domein opgesteld om op termijn de uitgaven binnen het rijksbudget op te vangen.
In onderstaande tabel is de totaalopgave voor het sociaal domein naar situatie tot en met de jaarrekening 2017 weergegeven. Zoals aangegeven is er inmiddels een informatienota naar de raad om middels een interventieplan de oplopende tekorten in het sociaal domein terug te dringen. Zie het raadsvoorstel Interventies sociaal domein met bijbehorend interventieplan.
Besparingsopgave sociaal domein bij PPN 2018-2021 | |||||
---|---|---|---|---|---|
(bedragen x € 1.000) | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 |
Opgave sociaal domein | |||||
Stand perspectiefnota 2016-2019 | 2.400 | 6.000 | 7.000 | 7.000 | 7.000 |
+ hogere uitgaven binnen rijksbudget: | |||||
Inzicht PPN 2017-2020 | 1.400 | 2.200 | 2.200 | 2.300 | |
Inzicht PPN 2018-2021 | -200 | -100 | -100 | -200 | |
Jaarrekening 2017 | 1.800 | ||||
Prognose voor 2018 en verder | pm | pm | pm | ||
Totaal Sociaal domein | 2.400 | 9.000 | 9.100 | 9.100 | 9.000 |
Sociaal domein inkoop collectief vervoer | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 |
Versnelling sociaal domein jeugd | 600 | ||||
Restantopgave Sociaal Domein | 1.300 | 8.500 | 8.600 | 8.600 | 8.600 |
Dekking via buffer sociaal domein | -1.300 | -3.300 | -2.500 | -1.300 | |
Dekking subsidieresultaat (WSW) | -2.700 | -2.700 | -2.700 | ||
Dekking via ingroei bezuin.inwonersonderst | -1.500 | -1.000 | -500 | ||
Incidentele investering 2018 tbv transformatie | 2.500 | ||||
Incidentele dekking deel investeringen | -300 | ||||
Dekking via risicoreserve sociaal domein | -5.200 | ||||
Invulling PPN 2018-2021 | 4.100 | 3.600 | 5.400 |
Voor de invulling van de resterende opgave vanaf 2018 zijn incidentele investeringsbedragen beschikbaar gesteld om via door te voeren transformatiemaatregelen de uitgaven weer binnen het rijksbudget te brengen.
In onderstaande tabel is totale transformatie opgave op basis van de PPN 2018-2021 opgenomen. De geraamde opbrengsten zijn geactualiseerd hetgeen resulteert in lagere opbrengsten dan een jaar geleden ingeschat. Het tekort is onderdeel van het tekort op het sociaal domein vanaf 2018 zoals in het voorstel ‘Interventies sociaal domein’ is verwoord.
Bezuinigingsvoorstellen | |||||
---|---|---|---|---|---|
(bedragen x € 1.000) | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
Transformatieopgave obv PPN 2018 - 2021 | 4,1 | 3,6 | 5,4 | 5,9 | 5,9 |
Verwachte opbrengsten via maatregelen: | |||||
| 0,3 | 0,8 | 1,5 | 2,1 | 2,6 |
| 0,7 | 1,2 | 1,7 | 1,7 | 1,7 |
| 0,2 | 0,2 | 0,2 | 0,2 | 0,2 |
Tekort | -2,9 | -1,4 | -2,0 | -1,9 | -1,4 |
In het raadsvoorstel met bijbehorend interventieplan worden aanvullende maatregelen voorgesteld om de tekorten in het sociaal domein te beperken.