In deze beleidsparagraaf wordt inzicht gegeven in het verloop van de investeringen in 2017 en 2018 en de gevolgen daarvan voor 2019-2021. Deze paragraaf wordt steeds bij de begroting cq. jaarrekening geactualiseerd en geeft daarmee een voortschrijdend inzicht in het verloop van de investeringen.
Het gaat om de investeringen exclusief de investering in de grondexploitaties.
De investeringen worden in deze paragraaf integraal in beeld gebracht waarbij de toe- en afname van de investeringsomvang, het verloop in jaarschijven, de verhouding eigen middelen/derden etc. inzichtelijk wordt gemaakt .
Tevens gaan we in deze paragraaf in op het Stadsontwikkelfonds en besteden wij aandacht aan het EMU-saldo en de wet HOF.
De investeringen zijn onderverdeeld in:
- Voorgenomen projecten waarvoor middelen zijn gereserveerd, maar waarover nog besluitvorming plaats moet vinden c.q. in 2018 inmiddels besluitvorming over heeft plaatsgevonden.
- Lopende projecten waarover t/m december 2017 besluitvorming heeft plaats gevonden
- Vervangingsinvesteringen.
A Voorgenomen projecten PPN waarvoor nog besluitvorming plaats moet vinden c.q. in 2018 reeds besluitvorming over heeft plaatsgevonden.
Bij de PPN 2018-2021 zijn als onderdeel van de investeringen met betrekking tot de strategische opgaven indicatieve investeringsbedragen vermeld voor de ontwikkeling van de openbare ruimte en het verlichtingsplan in de Binnenstad, Spoorzone en energietransitie. Daarnaast is bij de begrotingsbehandeling 2018 structurele budgetruimte gecreëerd om toekomstige onderwijshuisvestingsinvesteringen en nieuwbouw WRZV-hal mogelijk te maken en is in januari 2018 het geactualiseerd investeringsbesluit Spoorzone in de raad behandeld.
In onderstaande tabel zijn de betreffende investeringen vermeld en vervolgens toegelicht.
Bedragen * € 1.000
Omschrijving | Totale investering | waarvan | go / no go moment |
---|---|---|---|
Nog raadsbesluit nodig: | |||
1. Strategische opgave Binnenstad (indicatie) | 5.900 | 2018 e.v. | |
2. Strategische opgave Spoorzone (indicatie) | 7.500 | 2018 e.v. | |
3. Strategische opgave Energietransitie (indicatie) | 7.200 | pm | n.t.b. |
4. Strategisch meerjarenplan onderwijshuisvesting (indicatie) | ca. 36.000 +pm | jaarlijks | |
5. Campus Windesheim looproute | 298 | n.t.b. | |
6. Extra impuls sociale woningbouw | 674 | n.t.b. | |
7. Doorstroomassen | 578 | 235 | 2018 |
Investeringen o.b.v. raadsbesluit in 2017/2018: | besluit | ||
8. Aanleg kunstgrasvelden | 1.200 | 2017 | |
9. WRZV (indicatie) | 15.100 | 2018 | |
10. Spoorzone / fietsparkeren / herinrichting stationsplein | 28.320 | 11.100 | 2018 |
11. Verkeersonveilige situaties | 1.150 | 750 | 2017/2018 |
Toelichting per voorgenomen investering
Conform de strategische agenda binnenstad trekken wij voor wonen, de economische- en culturele impuls aanvullend op de beschikbare middelen in de begroting in 2018 en 2019 middelen uit. Voor herinrichtingen van de openbare ruimte, o.a. Broerenkwartier, Luttekestraat en Papenstraat en zaken als een lichtplan met oog voor sfeerverlichting is bij de PPN 2018-2021 structurele begrotingsruimte beschikbaar gesteld om de rente en afschrijvingslasten van de nog vast te stellen investeringen af te dekken. Eind 2017 heeft de raad het besluit genomen om € 0,9 mln. voor de herinrichting van de Grote Kerk beschikbaar te stellen.
In de Perspectiefnota 2018 - 2021 heeft uw raad middelen beschikbaar gesteld voor de strategische opgave Spoorzone. In totaal is toen vanaf 2021 € 0,5 mln. aan structurele ruimte gecreëerd om de rente en afschrijving van ca. € 7,5 mln. aan investeringen op te vangen. Deze middelen worden ingezet voor de uitvoering van het Ontwikkelperspectief, dat aanvullende ambities bevat ten opzichte van het Investeringsbesluit Spoorzone 2013 en Geactualiseerd Investeringsbesluit Spoorzoen van 22 januari 2018.. Het Ontwikkelperspectief bevat de volgende gewenste maar nog niet gedekte bouwopgaven:
- volwaardige stations entree noordzijde (kap en ontvangstdomein);
- definitieve aanlanding passerelle aan noord- en zuidzijde;
- volwaardige stations entree zuidzijde (kap busperron, entreekap en ontvangstdomein);
- definitieve gebouwde fietsvoorziening zuid;
- stationskappen ProRail spoor 12/13 (Kamperlijn) en spoor 15/16 (Vechtdallijn).
De totale investering voor de nieuwe bouwopgaven (exclusief kappen sporen 12/13 en 15/16) is globaal geraamd op ca. € 40 mln. In de Perspectiefnota 2018 hebben wij vanaf 2021 ruimte opgenomen voor nieuwe investeringen in de Spoorzone. Daarbij is uitgangspunt dat ook onze partners substantiële extra bijdragen leveren aan deze investeringen. Het Ontwikkelperspectief is een belangrijk document anderen te verleiden ook te investeren in het stationsgebied. Partijen stralen gezamenlijk de visie en de boodschap uit dat Zwolle een station van allure verdient. Voor de verdere uitwerking van de met partijen gemaakte bestuurlijke afspraken en de ambities is een budget van € 500.000 geraamd (kosten planontwikkeling). Wij komen in de tweede helft van 2018 met de resultaten van deze planstudies en zo mogelijk met concrete voorstellen voor de financiering van deze ambities.
Op 18 december 2017 heeft de raad ingestemd met de Zwolse Energiegids. De ‘Zwolse Energiegids’ geeft invulling aan de uitgangspunten zoals genoemd in het ambitiedocument ‘Zwolle geeft je energie’. In het ambitiedocument ‘Zwolle geeft je energie’ staan een aantal uitgangspunten centraal die invulling geven aan de ambitie van de gemeente om in 2050 energieneutraal te zijn. Die uitgangspunten zijn er om te borgen dat besluiten van de gemeente Zwolle in de nabije en verdere toekomst over duurzame
energie bijdragen aan de ambities op de lange termijn. Deze uitgangspunten zijn opgenomen en verwerkt in de Zwolse energiegids.
De voorgenomen investering heeft betrekking op het project “zelf opgewekt’. Met dit project willen we het energieverbruik van de organisatie Gemeente Zwolle verduurzamen, middels besparen en opwekken. Besparen kan onder andere door te investeren in ledverlichting in openbare ruimten en voor het opwekken van duurzame energie kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het plaatsen van zonnepanelen op gemeentelijke panden. Een investeringsvoorstel over dit onderwerp is in voorbereiding.
In aansluiting op het strategisch meerjarenplan onderwijsagenda is met de schoolbesturen een strategisch onderwijshuisvestingsplan opgesteld. De inzet van dit plan is om de bouwtechnische kwaliteit, duurzaamheid en flexibele inzet van schoolgebouwen te verbeteren. Voor de komende jaren is in beeld gebracht wat er op wijkniveau moet gebeuren en hoe de schoolbesturen en de gemeente Zwolle dit gezamenlijk oppakken. Een eerste aanzet voor met name het basisonderwijs is in de notitie 'Toekomstgerichte onderwijshuisvesting Zwolle' uitgewerkt. Het traject voor het speciaal- en voortgezet onderwijs en een verdere uitwerking van de duurzaamheidsaspecten en IKC (Integraal Kind Centrum) vorming in bestaande schoolgebouwen volgt op termijn.
De totale investeringen voor de periode 2018 tot en met 2027 op basis van deze notitie bedragen € 29 miljoen voor het basisonderwijs. De jaarlijks te investeren bedragen zullen u te zijner tijd via afzonderlijke investeringsvoorstellen worden voorgelegd. Bij de begroting 2018 is besloten om voor de komende jaren (t/m 2023) de structurele budgetruimte voor de toekomstige investeringen te reserveren.
Naast de investeringen in het basisonderwijs reserveren wij € 7 miljoen voor huisvestingsinvesteringen voor het voortgezet onderwijs. Bij de behandeling van het voorjaarsmoment 2018 of via een afzonderlijk raadsvoorstel volgt een investeringsvoorstel voor de van de Capellen scholengemaanschap.
Met Hogeschool Windesheim en het Greijdanus College is afgesproken om de overlast van studenten op piekmomenten te verzachten. De maatregelen zijn er op gericht de ‘stroom met studenten’ zoveel mogelijk te concentreren.
In totaal is voor dit onderwerp € 450.000 gereserveerd, waarvan uw raad in juli 2017 heeft ingestemd met een bijdrage van € 147.000. Hiermee zijn reeds gemaakte kosten gedekt, is in de zomer van 2017 het kruispunt bij de toegang van de campus verhoogd en is extra belijning op het kruispunt Pilotenlaan – Burg. Van Walsumlaan aangebracht. Deze werkzaamheden zijn gelijktijdig met geplande onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd.
Bij de Perspectiefnota 2017 - 2020 is € 1 miljoen beschikbaar gesteld als stimuleringsbudget semipermanente woningbouw. Vanuit dat budget is door uw raad begin 2017 € 326.000 beschikbaar gesteld voor de ontwikkeling van de woningen. Daarnaast heeft de provincie Overijssel in de tussentijd ter ondersteunring van het realiseren van tijdelijke woonvormen voor statushouders subsidie beschikbaar gesteld. Hierdoor is het op dit moment niet nodig om aanspraak te maken op de resterende € 674.000.
Het project doorstroomassen heeft betrekking op verbetering van de doorstroming van het openbaar vervoer. Vanaf 2011 is gewerkt aan het realiseren van de westelijke doorstroomas voor het busvervoer. De westelijke doorstroomas verbindt de nieuw aan te leggen busbrug bij het station met het nieuw aangelegde busstation aan de Pannenkoekendijk. Naast de westelijke doorstroomas zijn ook verbeteringen van de doorstroming van het openbaar vervoer aan de oostzijde van de binnenstad voorzien: de oostelijke doorstroomas. Hierover vindt nog overleg plaats met de provincie Overijssel.
De genoemde investeringen waarover in 2018 al besluitvorming heeft plaatsgevonden zijn niet nader toegelicht, voor nadere informatie verwijzen wij naar het betreffende raadsvoorstel.
B. Lopende projecten:
Onder deze categorie vallen de investeringskredieten (exclusief de grondexploitaties) waarover de raad voor of in 2017 al een besluit heeft genomen. Deze projecten worden gestart of zijn al in uitvoering. De investeringen vinden gefaseerd over meerdere jaren plaats in zogenoemde jaarschijven.
Per 1-1-2017 staat er in totaal € 175 mln. aan restantkredieten uit. Dit saldo is gedurende 2017 aangevuld met nieuwe kredieten van genomen raadsbesluiten (€ 41 mln.) voor onder ander de volgende grote investeringen: Toekomst Kamperlijn, ICT-projecten , project ‘Aan het werk in de IJsselvechtstreek’ 2017-2019, onderwijshuisvesting, verduurzaming panden .
Dit geeft een totale investeringsruimte in 2017 e.v. van € 217 mln.
In 2017 waren de werkelijke investeringsuitgaven € 60 mln. en is voor € 0,8 mln. aan lopende kredieten afgesloten. Per saldo resteert eind 2017 € 156 mln. aan restantkredieten.
Investeringskredieten | Restant | Mutaties | Besteding | Restant- |
---|---|---|---|---|
1-1-2017 | 2017 | 2017 | 31-12-2017 | |
Totaal | 175 | 41 | -60 | 156 |
De investeringsuitgaven waren voor 2017 (bij de begrotingsopstelling per 1-7-2016) geraamd op € 47 mln. In werkelijkheid is € 60 mln. uitgegeven. Het verschil is vooral het gevolg van enerzijds lagere uitgaven i.v.m. het in de tijd doorschuiven van een aantal grote projecten en anderzijds uitgaven a.g.v. de nieuwe kredieten 2017 waar in de begrotingsopstelling nog geen rekening mee kon worden gehouden.
De financiering van de restantkredieten 31-12-2017 ad € 156 mln. bestaat voor € 16 mln. uit reserveonttrekkingen, € 55 uit bijdragen van derden en € 86 wordt geactiveerd op de balans en via jaarlijkse rente en afschrijving binnen de programma’s gedekt.
Dekking restantkredieten | Restant | Via | via | Door |
---|---|---|---|---|
Per 31-12-2017 | 31-12-2017 | reserves | derden | activering |
Totaal | 156 | 16 | 55 | 86 |
In het financieel overzicht bij de programma-doelen wordt een specificatie en toelichting gegeven op de resterende en nieuwe kredieten.
C. Vervangingsinvesteringen
Vanwege (economische) veroudering, slijtage worden jaarlijks vervangingsinvesteringen gedaan om bijvoorbeeld de veiligheid, de bedrijfsvoering etc. te waarborgen. Een deel van de vervangingsinvesteringen loopt via de daarvoor ingestelde onderhoudsreserves, voor het andere deel worden investeringskredieten aangevraagd, waarvan de lasten gedekt zijn uit de jaarlijks te ramen vervangingsbudgetten. De vervangingsinvesteringen hebben in hoofdzaak betrekking op het beheer in de openbare ruimte, onderwijshuisvesting en de bedrijfsvoering.
De vervangingsinvesteringen maken onderdeel uit van de lopende projecten en zijn integraal onder onderdeel B opgenomen
Stadsontwikkelfonds
Omdat wij de samenleving uitnodigen om de stad op een toekomstbestendige manier te (helpen)ontwikkelen is in het coalitieakkoord de werking van het bestaande stadsontwikkelfonds verruimd. Met het fonds wordt beoogd een financiële bijdrage te leveren aan grote en kleine initiatieven die samen de stad tot bloei brengen. Daarmee creëren we een hefboom voor investeringen van onze partners.
Doelstelling van het fonds is het (tussentijds) mogelijk maken van initiatieven en projecten die een bijdrage leveren aan de sociale, economische en/of fysieke ontwikkeling van (delen van) de stad. Het stadsontwikkelfonds bevat ongeoormerkte middelen, opdat gedurende het gehele jaar besluiten door de raad kunnen worden genomen, waardoor flexibel kan worden ingespeeld op kansen die zich voordoen.
De verwachting is dat de diversiteit aan initiatieven groot zal zijn. Als richtlijn om middelen beschikbaar te stellen gelden de volgende criteria:
- Het initiatief op sociaal, economisch en/of fysiek gebied dient de ontwikkeling van de stad en past binnen de gemeentelijke ambities zoals neergelegd in de vier agenda’s van het coalitieakkoord.
- Het initiatief levert rendement op voor een groot deel van de stad
- Het initiatief kan verdere ontwikkelingen in de stad aanjagen.
- Het initiatief is binnen een jaar uitvoerbaar.
- De financiële bijdrage van de gemeente aan het initiatief bedraagt in principe maximaal 50% van het totaal (inclusief gemeentelijke uitvoeringskosten). Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de initiatiefnemer het grootste deel van de kosten voor zijn/haar rekening neemt. Het college kan gelet op het belang van een initiatief voorstellen doen om van dit percentage af te wijken.
- Het betreft investeringsprojecten die met cofinanciering van mede overheden (doorgaans provincie en eu ) gerealiseerd kunnen worden en passen binnen de ambities van Zwolle.
Opdat ook kleine initiatieven, waarvan de gemeentelijke bijdrage kleiner is dan € 15.000 gehonoreerd kunnen worden, zonderen we een deel van het Stadsontwikkelfonds af ter waarde van € 150.000.
Bij de PPN worden potentiële projecten zoveel mogelijk aangegeven. Er is geen sprake van voorbeslag. Om kansen die zich voordoen te kunnen benutten, kan het college ook tussentijds voorstellen aan de raad doen, waarbij dekking via het Stadsontwikkelfonds plaats vindt.
Stand stadsontwikkelfonds:
Bij de PPN 2018-2022 is besloten het fonds met € 3,2 mln. aan te vullen. De vrije ruimte in het Stadsontwikkelfonds bedraagt thans € 9,0 mln. Het eind 2017 resterend budget voor kleine initiatieven ad € 30.000 is begin 2018 volledig ingevuld.
Stadsontwikkelfonds | ||
---|---|---|
Stand per 31-12-2017 | 8.001.000 | |
Toevoegingen op basis van raadsbesluiten: | ||
| 3.200.000 | |
| 150.000 | |
Onttrekkingen o.b.v. (raads)besluiten: | ||
| -900.000 | |
| -1.201.000 | |
| -250.000 | |
| -31.000 | |
Vrije ruimte in Stadsontwikkelfonds | 8.969.000 |
Reserve incidentele bestedingen
Naast het stadsontwikkelfonds kan ook de reserve incidentele bestedingen worden ingezet als dekking voor gemeentelijke investeringen. Aanwending van de reservemiddelen vindt normaliter plaats bij de integrale afwegingsmomenten in het voor- en najaar over alle bestedingsaanvragen, maar indien nodig of gewenst kan – in overleg met de raad - ook gedurende het jaar een beroep op de reserve worden gedaan. De stand van de reserve wordt vooral bepaald door de resultaten van de jaarrekening, MeerjarenPrognose Vastgoed, de beleidsrapportages en het benodigd weerstandsvermogen.
Wet HOF en EMU-saldo
Het aandeel van de decentrale overheden in het EMU-saldo is macro genormeerd. De rijksoverheid
maakt daarover afspraken met het IPO, de VNG en de UvW. Op 28 september 2016 heeft het Bestuurlijk overleg financiële verhoudingen (Bofv) plaatsgevonden met het kabinet en de vertegenwoordigers van de decentrale overheden. Er is afgesproken de EMU-tekortnorm voor 2017 vast te stellen op –0,3 % van het bruto binnenlands product (bbp). Deze norm is in lijn met het Financieel akkoord 2013-2017 dat eerder gesloten is tussen kabinet en decentrale overheden. Er is tevens afgesproken om het overeengekomen collectieve aandeel van de decentrale overheden voor het EMU-saldo niet verder uit te splitsen naar gemeenten, provincies en waterschappen. Dit heeft tot gevolg dat vanaf 2016 geen EMU-referentiewaarde per individuele decentrale overheid
is vastgesteld.
Individuele gemeenten worden er niet op aangesproken indien sprake is van een meer dan gemiddeld EMU-tekort, wel zijn de gemeenten verplicht een berekening van het tekort in de jaarstukken op te nemen. Voor Zwolle ziet het EMU-saldo er over de jaren 2014 t/m 2017 als volgt uit:
EMU – saldo Zwolle | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 |
---|---|---|---|---|
EMU-tekort / overschot | 18 | -16 | 2 | 18 |
Zetten we deze uitkomsten af tegen de in 2015 door het rijk verstrekte indicatieve referentiewaarde EMU-tekort voor Zwolle van - € 17 mln. dan constateren we Zwolle binnen de indicatieve referentiewaarde blijft. Maar ook dat sprake is van een grillig verloop dat grotendeels samenhangt met incidentele ontwikkelingen zoals verkoop aandelen of grondverkopen.