Doel 1.5.2
We bouwen aan en op het beroepsonderwijs dat onderwijs met de regionale economie en arbeidsmarkt verbindt
Zwolle is aantrekkelijk voor talenten zodat we Zwolle als onderwijsstad ook in de toekomst kunnen garanderen en het onderwijs als werkgever kunnen blijven dienen. De rijkdom van 4 Mbo en 4 Hbo instellingen in Zwolle biedt veel kansen. Wij verbinden het onderwijs aan de arbeidsmarkt en stimuleren daarin de samenwerking tussen Onderwijs, Ondernemers, Onderzoek en Overheid. Niet alleen in theorie maar bovenal in praktijk. Studenten gaan als ondernemende mensen de maatschappij in en weten Zwolle blijvend te vinden, ook wanneer ze buiten de regio actief zijn. Wij zorgen ervoor dat onze talenten ook over de grens van waarde zijn.
Criteria
Wij bouwen aan en op het beroepsonderwijs dat onderwijs met de regionale economie en arbeidsmarkt verbindt, zodanig dat:
- de aantrekkelijkheid van Zwolle voor studenten wordt versterkt
- Zwolle als onderwijsstad ook in de toekomst gegarandeerd is
- het vestigingsklimaat voor (internationale) bedrijven wordt versterkt
- de binding tussen onderwijs en arbeidsmarkt versterkt vergroot wordt
- er meer innovatie en creativiteit is
- de Zwolse studenten als ondernemender mensen de maatschappij in gaan
- de Zwolse talenten ook over de grens van grotere waarde zijn.
Toelichting
Er is veel in ontwikkeling in het Zwolse beroepsonderwijs in relatie tot economie en arbeidsmarkt. De Zwolse 8 (de 4 HBO’s en 4 MBO’s) werken nauw samen en zijn vertegenwoordigd in zowel Economic Board als Werkbedrijf. Daarnaast worden op meerdere manieren gewerkt om de verbinding tussen onderwijs, economie en arbeidsmarkt op regionaal niveau te versterken:
a. via de human capital agenda, in het bijzonder transitiepaden (overgang van onderwijs naar werk, werk naar werk, werkloosheid naar werk, kwetsbare situatie naar werk). De 4 overgangen worden transities genoemd. We werekn tot naar een continu proces van leren en werken. Er kan hierbij ook gedacht worden aan traineeshops, schakelprogramma’s, duale trajecten, etc.
b. publiek- private samenwerking, o.a. Centra voor Innovatief Vakmanschap, Campus Kind en Educatie. Je ziet hierin bedrijfsleven en het beroepsonderwijs samenwerken. Voorbeelden hiervan zijn: studenten voeren onderzoek uit in het bedrijfsleven, professionals verzorgen lessen, het bedrijfsleven geeft input voor het curriculum, er vindt bijscholing plaats, etc.
c. aandacht voor de banen van de toekomst, waarbij de nadruk ligt op het ontwikkelen van vaardigheden.
d. academie voor ondernemerschap
Dit alles creëert ook een omgeving, waarin studenten veel vaker kunnen werken aan maatschappelijke opdrachten of opdrachten vanuit het bedrijfsleven in plaats van reguliere studieopdrachten. Hiermee versterken we ook de binding met de stad en regio.
Er is ook nog een openstaande motie over welke inzet en initiatieven er zijn om meer mannen voor de klas te krijgen. Er is contact geweest met de Pabo’s en het Bloz om hierin meer inzicht te krijgen. Er zijn verschillende initiatieven. Alle betrokken partijen onderschrijven het belang van meer mannen voor de klas, naast het algemene belang van een diverse instroom. De drie Pabo’s in Zwolle (KPZ, VIAA, Windesheim) werken onder meer samen in het project Veel Meer Meester. Daarnaast hebben ze alle drie specifieke aandacht voor een divers curriculum (van aandacht voor welzijn tot management en techniekvakken) , activiteiten (gerichte activiteiten voor paboys) en werving gericht op o.a. mannen. Daarnaast wordt ook rekening gehouden met passende stageplaatsen; veelal in de bovenbouw. De schoolbesturen die de afgestudeerde mannen in dienst nemen, werken in het verlengde van de inzet van de Pabo’s. Er is aandacht voor de werkplek en de doelgroep. De (mannelijke) instroom in de Pabo blijft een punt van aandacht, mede gezien het verwachte lerarentekort. Dat is dan ook onderdeel van de Human Capital Agenda.