In het huidige onderwijs kennen we harde overgangen tussen de verschillende voorzieningen zoals voorschool, basisonderwijs, voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs. Door deze overgangen moet het kind/jongere iedere keer opnieuw beginnen en de professionals iedere keer opnieuw het kind leren kennen. Samen met scholen willen we voorkomen dat leerlingen uitvallen en/of door schooluitval geen diploma of startkwalificatie voor de arbeidsmarkt behalen. Op deze manier start men met een achterstand die door het inzetten van een krachtige doorgaande leerlijn te voorkomen is. We willen dat kinderen goed mee kunnen komen in het onderwijs om zo goed voorbereid deel te nemen aan de arbeidsmarkt.

Ook volwassenen met taalachterstanden willen we ondersteunen, om zo mensen in staat te stellen (op een hoger niveau) te gaan werken of op een andere manier mee te doen.

Criteria

We werken aan het realiseren van een krachtige doorgaande leerlijn, zodanig dat:

  • Het merendeel van (nieuwe) Zwollenaren hun (taal)achterstanden inhalen voor de overgang naar het middelbare onderwijs of het behalen van hun startkwalificatie
  • we een afname realiseren van het aantal volwassenen met een taalachterstand
  • we ouders en leerlingen ondersteunen bij vervoersproblemen
  • Er ingezet wordt op het voorkomen van uitval en voortijdig schoolverlaten:
    • het aantal voortijdig schoolverlaters verder daalt richting 20%
    • We de samenwerking versterken met regiogemeenten op het gebied van leerplicht en RMC, met name om beter te kunnen samenwerken met scholen in voortgezet onderwijs en Mbo die veelal een regiofunctie hebben.

Toelichting

Een krachtige doorgaande leerlijn wordt onder andere versterkt door het nieuwe beleidskader Voorschoolse Voorzieningen (zie doelen 1.3.2 t/m 1.3.4). Daarnaast is binnen het onderwijs aandacht voor de doorgaande leerlijn van voorschools naar school, van basis onderwijs naar voortgezet onderwijs (onder andere door het instellen van het 10-14 onderwijs) en van voortgezet onderwijs naar Mbo/ Hbo/ Universiteit. De gemeentelijke inspanningen richten zich vooral op het creëren van de randvoorwaarden: het voorkomen en bestrijden van taalachterstand (VVE zie 1.3.4, Wet Educatie Beroepsonderwijs via 1.5.2 dit is via Berap gewijzigd), ondersteuning bij vervoersproblemen, passend onderwijs (1.3.1) en het voorkomen van uitval en voortijdig schoolverlaten.

In 2017 is het nieuwe Meerjarenbeleidsplan Voortijdig Schoolverlaten (VSV) Regio IJssel-Vecht vastgesteld; de doelstellingen sluiten aan bij de uitgangspunten die in de gemeentelijke begroting 2017 zijn geformuleerd. Echter kunnen de benoemde criteria hierboven rondom VSV op verschillende wijze geïnterpreteerd worden. Het landelijk geformuleerde doel voor de vervolgaanpak VSV is een reductie van 20% niet een daling naar 20%. Dat is niet helemaal juist vertaald in de criteria in de gemeentelijke begroting. Al jaren doen we het als regio en Zwolle bovengemiddeld goed op het bestrijden van voortijdig schooluitval. De afgelopen jaren zijn de cijfers van het aantal VSV- ers gedaald. De laatste officiële cijfers dateren uit schooljaar 2015/2016. Ook daarin zien we dat het aantal VSV’ers zowel absoluut als procentueel daalt in Zwolle. Zeker ten opzichte van andere grote steden ligt het percentage VSV’ers erg laag: 1,86 % (181 leerlingen). Dat doen we gezamenlijk: met het onderwijs en de regio(gemeenten). In dat opzicht liggen we op koers gezien de geformuleerde criteria. Maar op dit moment zien we ook veranderende omstandigheden. De arbeidsmarkt lonkt; uit de voorlopige cijfers 2016/17 blijkt een stijging van het aantal VSV'ers naar 2,08% (211 jongeren). Dit is overeenkomstig de landelijke ontwikkelingen. Er is weer meer kans op werk, ook zonder startkwalificatie. Dit in tegenstelling tot de crisisjaren. Dit heeft onze aandacht. We zetten nog meer in op de regionale samenwerking en een goede afstemming tussen onderwijs, leerplicht en RMC en het sociale wijkteam.